Japans | Uitspraak | Betekenis |
Tachi (Dachi) | ta-tsji (da-tsji) | Stand (gebruikt als achtervoegsel, verandert de d in een t, dus tachi wordt dachi) |
Zenkutsu-dachi | zen-koe-tsu da-tsji | Voorwaartse stand, letterlijk: ‘voorste-knie-gebogen-stand’. Voorste knie buigt zover dat je je tenen net niet meer kan zien (lichaam recht!), achterste been gestrekt, voeten in een hoek van 45° en op ‘schouderbreedte’ uit elkaar (‘twee lijnen’). |
Kiba-dachi | kie-ba da-tsji | ![]() Zijwaartse stand, ook wel ‘ruiterstand’ genoemd. (De hier getoonde Kiba-dachi is uitgevoerd met Kage-tsuki) |
Kokutsu-dachi |
ko-koe-tsu da-tsji |
![]() Achterwaartse stand, letterlijk: ‘achterste-knie-gebogen-stand’. 70% van het gewicht op het achterste been, 30% op het voorste. Hielen op één lijn, voeten in een hoek van 90°, knie van achterste been naar buiten gedrukt. (De hier getoonde Kokutsu-dachi is uitgevoerd met Shuto-uke ) |
Neko-ashi-dachi |
nee-ko-ashie da-tsji |
![]() ‘Katstand’ (Neko=kat). Korte stand, gewicht bijna geheel gedragen door achterste been, waarbij de spanning van de knie naar binnen is gericht. De voorste voet staat alleen met de bal van de voet op de grond, de achterste is ongeveer 45° gedraaid. |
Heisoku-dachi | hei-so-koe da-tsji | ‘Aandachtshouding’, voeten naast elkaar, gesloten. |
Musubi-dachi | moe-soe-bi da-tsji | ‘Aandachtshouding / beginstand’, voeten maken een hoek van 90° t.o.v. elkaar, met de hielen tegen elkaar. |
Hachiji-dachi | ha-tsjiets da-tsji | Ook wel ‘Yoi-dachi’ genoemd. ‘Natuurlijke stand’ (letterlijk: ‘8-stand’), voeten op schouderbreedte, hielen op een lijn, tenen wijzen iets naar buiten (voeten maken een hoek van 20-30°)’. Uitgevoerd in een hoek van 45° bestaat ook (dit heet dan Uchi-hachiji-dachi). |
Heiko-dachi | hei-ko da-tsji | ‘Parallelstand’, voeten op schouderbreedte naast elkaar en parallel, knieën licht gebogen. |
Yoi-dachi | Yoi da-tsji | Zie ‘Hachiji-dachi’. |
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.